Zowel qua uiterlijk als qua karakter lijkt de Siberische Kat sterk op de Maine Coon en de Noorse Boskatten. Door de onbekendheid van het ras is het echter veel minder populair dan deze twee rassen. Het ras komt voornamelijk in de Oostbloklanden en Rusland voor. Daarbuiten is het een zeldzame verschijning. Het uiterlijk van de Siberische Kat kenmerkt zich door de glanzende, halflange vacht en oorpluimpjes. De kop is ronder en korter dan de kop van de Maine Coon en Noorse Boskat.
We weten maar weinig over de oorsprong van het ras. Waarschijnlijk leefden deze dieren al vele eeuwen in Siberie voordat ze ontdekt werden door kattenliefhebbers. De voorouders kunnen de Noorse Boskatten of Angora's geweest zijn, gecombineerd met de lokale boerenkatten.
Zoals al gezegd lijkt het karakter van het ras op dat van de Noorse Boskatten. De Siberische kat is een goede klimmer en zal graag gebruik maken van een kattenkrabpaal. Over het algemeen kunnen ze goed overweg met kinderen en andere huisdieren zoals honden en katten. De Siberische Kat vind het heerlijk om aangehaald te worden en geniet van de dagelijkse verzorging en aandacht. Maar echt opdringerig knuffelen wordt meestal niet gewaardeerd.
Veel tijd aan verzorging ben je niet kwijt met het ras. De zelfreinigende vacht is water- en vuilafstotend waardoor deze weinig aandacht behoeft. Een keer per week goed borstelen en kammen is doorgaans voldoende. Is de kat in de rui dan is het raadzaam om wat vaker te borstelen. Controleer wel wekelijks de plekken waar zich veel klitten kunnen vormen. De meeste klitten ontstaan achter de oren, op de borst en tussen de voor- en achterpoten. De periode van rui is kort maar hevig en vind plaats in het voorjaar en vroege zomer. De losse haren uit de ondervacht kunnen dan verstrikt raken in de dikkere bovenvacht waardoor zich klitten vormen. Regelmatig borstelen en kammen is noodzaak in deze periode.